De kern van De Digitale Topschool is dat leerlingen op de basisschool online opdrachten maken die worden nagekeken door mentors. Het is dus niet de computer die nakijkt.
Gevolg hiervan is dat de leerlingen kunnen afwijken van de opdracht. Creatieve oplossingen zijn mogelijk en worden aangemoedigd. De keerzijde is er ook: sommige opdrachten zijn echt onvoldoende. Bij ons moeten die dan verbeterd worden.
Voor leerlingen op de basisschool is dat wennen.
Meestal maak je een opdracht op de basisschool, levert hem in en krijgt een cijfer. Het komt niet vaak voor dat de juf of meester vraagt de opdracht te verbeteren, en daarbij tips geeft. Terwijl je daar juist veel van leert.
Niet elke leerling vindt dat fijn; vaak zijn ze al met iets nieuws bezig. Toch vinden we dat belangrijk. We vragen hen de stof écht te begrijpen en leggen het desgewenst vier, vijf keer uit. Uiteindelijk komt het vaak wel goed. En gaat het daar nu juist niet om, om kennis over te dragen?