Bij Scientific American is een mooi artikel te lezen over een langlopend en belangrijk onderzoek naar begaafdheid: SMPY.
Het panelonderzoek werd indertijd opgezet door de psycholoog Julian Stanley (1918-2005) enigszins in navolging van het langdurige panelonderzoek onder slimme leerlingen waarmee Lewis Terman in 1921 startte.
Stanley wist met zijn onderzoek aan te tonen dat sneller door het onderwijs gaan eigenlijk alleen maar positief uitpakt. “Mr. Acceleration” kreeg hij zo als eretitel van zijn vakgenoten.
Stanley geloofde heilig in (aangeboren) talent. Hij moest weinig hebben van collega’s die beweerden dat oefenen, oefenen en nog eens oefenen een uitblinker van ons allemaal kan maken. Maar talent alleen is niet voldoende.
Zoals het in zijn In Memoriam werd omschreven, stelde hij:
“Talent by itself, however, is insufficient to account for exceptional achievement. What is critical is the combination of the right talents, commitment to one’s chosen field, a supportive but challenging environment, zeal, and the capacity for hard work.”
Oftewel vlijt, ijver en doorzettingsvermogen zijn zeer medebepalend voor het realiseren van je talent. Dat wordt in de discussie over ‘hoogbegaafdheid’ nog wel eens over het hoofd gezien.