Het grote gevaar van het stempel hoogbegaafd is dat je mensen dit stempel geeft en je vervolgens in bochten wringt om aan te tonen dat zo’n stempel werkelijkheidswaarde heeft.
De namen Leonardo da Vinci en Albert Einstein worden altijd en eeuwig misbruikt door mensen die menen uitzonderlijke kwaliteit in huis te hebben. Zover ik weet hebben da Vinci en Einstein nooit over zichzelf vastgelegd dat ze ‘hoogbegaafd’ waren. Dat was hoogstens een conclusie achteraf van anderen.
Dat leidde tot pogingen om in kaart te brengen welke eigenschappen daarvoor bepalend waren. Het achterom kijken gaf weer aanleiding tot vooruit kijken. Einstein was erg intelligent en dan zal een erg intelligent kind wel tot een nieuwe Einstein of da Vinci uitgroeien.
Op zich is dat geen slechte aanpak, maar vervolgens ontstond de fout door alle kinderen met potentie voor fantastische cognitieve prestaties ‘hoogbegaafd’ te noemen. En dan te doen of die allemaal wel tot een genie zullen uitgroeien. Lukt dat niet, dan is er iets mis met de maatschappij en vooral het onderwijs, is vervolgens de conclusie. Dan moet het onderwijs anders, er bijzondere scholen opgericht, mensen op een voetstuk en een unieke behandeling. Bedenken dat je uitgangspunt niet klopt, komt bij de hoogbegaafden-industrie niet op.
Houd op met ‘hoogbegaafdheid’ en erken dat er geen speciale soort van de mensheid bestaat en richt je op individueel talent. Talent voor hardlopen kun je benutten. Bij talent voor rekenen is dat net zo.
De Digitale Topschool probeert te waken voor stempels en behandelt elke deelnemer individueel op basis van diens eigen prestaties.